Waarom een KOMO-certificering voor sparingsbuizen?
Sinds 24-12-2022 is de KOMO Beoordelingsrichtlijn (BRL) 2835 Sparingsbuizen in betonconstructies actief. Deze BRL stelt de eisen vast om een KOMO-productcertificaat af te geven voor dunwandige geprofileerde buizen voor het creëren van holle sparingen in betonconstructies. De BRL 2835 geeft producenten de mogelijkheid om een KOMO-certificering te verkrijgen na een toelatingsaudit en dit certificaat te behouden door aan te tonen tijdens twee externe audits per jaar dat aan de eisen van het door hun toegepaste schema voor Interne Kwaliteitsbewaking (IKB-schema) wordt voldaan.
Sparingsbuizen zijn een veelgebruikt product in de betonindustrie. Ze worden primair toegepast als omhulling voor voorspankabels of stekanker uitsparingen om een mechanische verbinding van betonstaal te bewerkstelligen.
CE-markering verplicht voor sparingsbuizen?
Een CE-markering voor sparingsbuizen is in bepaalde situaties inderdaad verplicht. Voor de toepassing als omhulling voor voorspankabels dient de sparingsbuis te voldoen aan de geharmoniseerde normen (HeN) EN 523 en EN 524. Op basis van conformiteit aan deze normen wordt de sparingsbuis voorzien van een CE-markering. Omdat deze producten een bouwproduct zijn is de CE-markering verplicht volgens de Construction Product Regulation (CPR) 305/2011 en mogen er dus uitsluitend sparingsbuisbuizen worden gebruikt met CE-markering die aan de geharmoniseerde normen (HeN) voldoen en zijn voorzien van een prestatieverklaring (DoP) indien de toepassing het omhullen is van voorspankabels.
In deze normen, EN 523 en EN 524, worden eisen vastgelegd zoals de lekdichtheid, dikte van het materiaal (minimaal 0,25 mm to zelfs boven de 0,40 mm afhankelijk van de dikte van de voorspankabel/diameter van de sparingsbuis) en dwarskracht. De sparingsbuizen mogen alleen van walsblank materiaal worden gemaakt in verband met de gevolgen van zink voor de voorspankabels en het beton op de lange termijn. Iedere productiesessie dient een breed scala aan testen te worden gedaan om er zeker van te zijn dat de producten voldoen.
De reden voor deze strenge eisen en hoeveelheid testen, die zeer kostbaar zijn en de productiekosten van de sparingsbuis aanzienlijk verhogen, is de constructieve werking van de sparingsbuis als omhulling van de voorspankabels. De profilering en de dikte van het materiaal zijn in relatie tot het type voorspankabel cruciaal om een veilig lastoverdracht te garanderen op lange termijn. Om deze reden zijn sparingsbuizen voor toepassing in combinatie met voorspankabels ook aangeduid als een bouwproduct en dienen ze te voldoen aan de CPR 305/2011 en de HeN EN 523 en EN 524.
KOMO-certificering voor sparingsbuizen
De toepassing van sparingsbuizen voor stekankers vereist veel minder van de sparingsbuis dan het gebruik van een sparingsbuis voor omhulling van voorspankabels. Daarnaast worden sparingsbuizen ook nog toegepast om sparingen te creëren zonder constructieve functie. In deze situaties valt de sparingsbuis niet onder de scope van de CPR 305/2011 en de geharmoniseerde normen. De uitsparingen hebben slechts een beperkte constructieve functie of zelfs helemaal geen.
De sparingsbuizen produceren en testen conform de geharmoniseerde normen zou leiden tot een onevenredig duur product voor de eindgebruiker. Immers dient iedere productiesessie een set aan dure testen te worden gedaan. Dit neemt niet weg dat de sparingsbuis voor de toepassing als omhulling voor KOMO-gecertificeerde stekankers wel een belangrijke functie heeft.
Omdat de sparingsbuizen in deze toepassing niet binnen de scope van de geharmoniseerde normen vallen en er geen European Assesment Document (EAD) voorhanden is om een European Technical Assessment (ETA) uit te voeren, is gekozen om een KOMO BRL op te stellen om toch minimale eisen vast te leggen waar een sparingsbuis aan moet voldoen. Immers, een mechanische verbinding dient KOMO-gecertificeerd te zijn in een KOMO-gecertificeerd betonelement dat aan de eisen in Criteria 73 dient te voldoen. De sparingsbuis vult de functie van deze mechanische verbinding aan en dient logischerwijs aan een vergelijkbare kwaliteitsbeheersing onderhevig te zijn.
De opzet van KOMO-BRL 2835 voor sparingsbuizen
Voor het opstellen van BRL 2835 is gekozen om gebruik te maken van de bestaande kennis van de geharmoniseerde normen EN 523 en EN 524 en deze af te slanken tot een variant die meer in lijn is met de toepassing waarbij geen sprake is van een constructieve functie.
De BRL handhaaft de eis van de HeN’s dat sparingsbuizen alleen van walsblank materiaal mogen worden vervaardigd in verband met de werking van zink in het betonelement. Daarnaast wordt een minimale materiaaldikte van 0,25 mm vereist en een controle van de profilering om een correcte verankering in het beton en constante kwaliteit te garanderen.
De testen uit de geharmoniseerde normen zijn in de BRL 2835 ook overgenomen. De sparingsbuizen worden eenmalig per combinatie van diameter en materiaaldikte getest conform:
EN 524-1: Relatief volume van de profilering
EN 524-2: Buiggedrag
EN 524-3: Flexibiliteit
EN 524-4: Weerstand tegen belasting in dwarsrichting
EN 524-5: Weerstand tegen trekbelasting
EN 524-6: Lekdichtheid
DIN 18542: Bestandheid tegen alkalisch milieu
In plaats van een test uit te voeren bij iedere productiesessie is gekozen om een eenmalige test op iedere diameter uit te voeren per materiaaldikte. Dit zorgt voor minder kosten voor de eindgebruiker omdat niet iedere productiesessie een reeks dure testen moeten worden gedaan.
Om er wel voor te zorgen dat de karakteristieke eigenschappen van de sparingsbuis die, middels bovengenoemde testen zijn vastgesteld, ook worden gewaarborgd zonder iedere productiesessie opnieuw testen te doen, wordt er een uitgebreide kwaliteitscontrole uitgevoerd.
Zo moet het bandmateriaal dat wordt gebruikt een DC01 kwaliteit hebben conform EN 10139, wat betreft toleranties voldoen aan EN 10410 en dient het gemeten te worden op dikte en breedte bij ingangscontrole en per coil voor de productie. De certificaathouder dient alle materiaalcertificaten te archiveren voor traceerbaarheid en controle tijdens externe audits. Het materiaal dient voorzien te zijn van een 3.1 certificaat volgens EN 10204. De uiteindelijke sparingsbuis wordt per productiesessie opgemeten op lengte, diameter en profilering om te garanderen dat deze voldoet aan de vastgelegde eisen in het IKB-schema dat door de KIWA is beoordeeld. De certificaathouder dient tevens verwerkingsvoorschriften op te stellen waarmee de eindgebruiker is voorzien van informatie voor een juiste toepassing en installatie.
Conclusie
Sparingsbuizen voor toepassing als omhulling voor voorspankabels, en andere toepassingen die binnen de scope van de EN 523 en 523 vallen, zijn een bouwproduct dat volgens de CPR 305/2011 voorzien dient te zijn van een CE-markering. De toepassing om holle ruimten te creëren in beton ten behoeve van mechanische verbindingen of als doorvoer kent geen geharmoniseerde norm of EAD als basis voor CE-markering.
Om toch tot een betrouwbaar product te komen in aanvulling op de gecertificeerde mechanische verbindingen, is gekozen voor het opstellen van een KOMO BRL om de afnemer van de sparingsbuis te voorzien van een bewijs dat de kwaliteit beheerst wordt en continu is. Middels de BRL 2835 wordt voorzien in minimale eisen en een toetsing van de karakteristieke eigenschappen door een geaccrediteerd laboratorium. De certificaathouder wordt tevens tweemaal per jaar ge-audit door een notified body om te controleren of aan de vastgelegde eisen in het IKB-schema wordt voldaan. Hiermee is de afnemer verzekerd van een kwalitatief goed product voor de toepassing die deze voor ogen heeft en kan het vertrouwen bestaan dat de leverancier een constante kwaliteit zal leveren zoals overeengekomen.